Het maken van een dooimiddel uit grassap bleek niet de duurzaamheidswinst op te leveren die we hadden verwacht. Er kwam bij het persen minder grassap uit de vezel dan we hadden verwacht namelijk zo’n 150 m3 uit 90 ton gras terwijl we uit waren gegaan van twee keer zoveel. Ook tijdens het filtratie proces ging er sap verloren waardoor het volume tegenviel.
Er waren meerdere filtratiestappen nodig om het grassap schoon genoeg te krijgen om te verwerken tot dooimiddel. Deze apparatuur vroeg veel stroom en arbeid. Vooral het stroomverbruik heeft een negatieve invloed op de duurzaamheidswinst die we voor ogen hadden.
Tot slot was er slechts sprake van een minimale besparing van zout. Hoewel grassap van nature een variatie aan verschillende mineralen/zouten bevat bleek het zelfs na concentratie middels ElectroDialyse nog nodig om extra NatriumChloride toe te voegen.